Koning en de monarchie

Leer alle Koningen en Koninginnen van Nederland kennen en denk na over de vraag of modern koningschap eigenlijk wel mogelijk is.

Hier staan verschillende activiteiten beschreven om op een onderzoekende manier met het thema aan de slag te gaan. Alle activiteiten staan ook beschreven in het boekhoofdstuk dat je via de knop kunt downloaden en eventueel kunt printen. In het boekhoofdstuk staat bovendien een inhoudelijke paragraaf, waarin het onderzoek naar dit thema uitgebreid wordt beschreven.

Videoportret van de onderzoeker

Lezing voor kinderen

Lezing voor leraren

Doel

Leerlingen maken kennis met alle Koningen en Koninginnen van Nederland.

Duur
30 minuten

Werkvorm
In twee- of drietallen

Benodigdheden

Voorbereiding 
Print voor ieder groepje een set afbeeldingen.

Activiteit
Tijdens de activiteit krijgen de leerlingen per groepje zes afbeeldingen van alle Koningen en Koninginnen van Nederland. Vraag de leerlingen om de afbeeldingen te sorteren op chronologische volgorde. De leerlingen beginnen dus links met de oudste Koning(in) en eindigen rechts met de jongste Koning(in). Sta stil bij hoe lang Nederland al een monarchie is. Vraag de leerlingen op welke manier zij de oudste staatsieportretten vinden verschillen met die van de nieuwere Koning en Koninginnen.

Afronding
Vraag de leerlingen of ze het makkelijk vonden om de afbeeldingen op volgorde te leggen. Waar konden zij aan zien dat het ene portret ouder was dan het andere? Herkenden ze sommige Koningen of Koninginnen? Laat vervolgens de dia zien waarop de Koningen en Koninginnen in chronologische volgorde staan.

In deze activiteit luisteren leerlingen naar een verhaal over de afnemende macht van de koningen Willem I, II en III. Hierna gaan ze op zoek naar de betekenis van de nieuwe begrippen die in dit verhaal naar voren komen.

Subthema
Geschiedenis van het koningshuis

Doelen

  • Leerlingen oefenen met het opzoeken van moeilijke woorden.
  • Leerlingen leren begrippen die gerelateerd zijn aan het koningschap en de regering.
  • Leerlingen ontdekken dat de Nederlandse Koningen over tijd steeds minder macht kregen.

Duur
60 minuten

Werkvorm
Klassikaal en in twee- of drietallen

Benodigdheden

Voorbereiding
Haal een aantal boeken uit de bibliotheek die aansluiten bij het thema. Print de tijdlijn uit (liefst op wat groter formaat) en hang deze op een zichtbare plaats op.

Activiteit
Vraag de leerlingen wat ze al weten over het koningshuis en de Koning. Hebben ze wel eens iemand van het koningshuis ontmoet? Vieren ze Koningsdag? Vertel dat jullie in deze activiteit meer gaan leren over de eerste Koningen van Nederland. Laat de drie filmpjes van de NTR zien en bespreek ze na. Na deze indrukken lees je het verhaal voor over hoe de macht van deze Koningen door de tijd steeds meer is afgenomen. Verwijs tijdens het vertellen van het verhaal ook naar de tijdlijn, waarin de belangrijke gebeurtenissen te zien zijn. In het verhaal staan een aantal schuingedrukte begrippen, die de leerlingen hierna gaan opzoeken.

Deel de klas nu in twee- of drietallen en verdeel alle woorden onder de groepjes. Ieder groepje gaat nu samen op zoek naar de betekenis van hun woorden. Hiervoor kunnen ze verschillende bronnen gebruiken, waaronder boeken uit de bibliotheek, filmpjes van SchoolTV, Wikikids.nl of een woordenboek. Ze schrijven de betekenis van het woord in een paar zinnen op. Let op, er zit een instinker tussen de woorden. Het woord ‘absoluut’ betekent in deze opdracht namelijk iets anders dan wat de leerlingen gewend zijn.

Afronding
Roep ieder groepje naar voren om de betekenis van hun woord te presenteren. De groepjes die luisteren krijgen de opdracht om de betekenissen van alle woorden ook op te schrijven, zodat ze aan het einde van de presentaties de betekenissen compleet hebben. Besteed extra aandacht aan de betekenis van het woord staatshoofd, de persoon die het gezag vertegenwoordigt, ten opzichte van regering, die bevoegd is om wetgeving uit te voeren. Sluit af met een filmpje van SchoolTV over de baas van Nederland (sommigen zullen het al gezien hebben bij het opzoeken van de woorden).

Verbinding met het thema
In deze activiteit staat de historische oorsprong en ontwikkeling van het koningschap centraal. Het koningschap en de monarchie zijn in de loop der tijden sterk veranderd. In het begin (vanaf 1814) was de Koning de belangrijkste macht in de staat. Hij regeerde persoonlijk het land. Ministers waren zijn ondergeschikten, het parlement had niet veel te zeggen. De Koning was als het ware de regering. Een eerste stap op weg naar verandering vindt plaats in 1840, bij de troonsafstand van Willem I. Er komt een grondwetsherziening, waardoor de macht van de Koning wordt beperkt. Hij of zij kan voortaan niet meer alleen besluiten, maar heeft altijd een handtekening van een minister nodig. De ministers worden dus belangrijker. De tweede stap wordt gezet in 1848 met de belangrijkste grondwetsherziening in onze geschiedenis. Het parlement (Staten-Generaal) krijgt meer en belangrijke macht, de ministers leggen voortaan verantwoording af aan het parlement. De Koning staat niet meer in het centrum van de macht, al heeft Willem III dat niet meteen door en moet hij er nog erg aan wennen. Willem III blijft een lastige Koning (hij krijgt niet voor niets de bijnaam ‘de gorilla’!). De derde stap is de overgang naar de koninginnen Emma en Wilhelmina. Dan zitten we aan het eind van de negentiende eeuw. Dan komt langzaam de overgang naar echt nieuwe verhoudingen, waarin de ministers en parlement het centrum van de staatsmacht vormen, en de Koning(in) steeds minder belangrijk wordt. Dit gaat nog steeds heel geleidelijk.

In zijn onderzoek behandelt Paul Bovend’Eert het thema van de Koning en de monarchie ook vanuit historisch staatsrechtelijk oogpunt. Hij laat zien hoe de functie van de Koning veranderd is in de loop der jaren en dat die verandering sterk samenhangt met de ontwikkeling van de parlementaire democratie in Nederland.

Tip
Als onderdeel van de serie ‘Welkom in de IJzeren Eeuw’ van de NTR zijn er nog meer nagespeelde video’s van koning Willem I, II en III die goed aansluiten bij het verhaal in deze activiteit.

Leerlingen onderzoeken wat de Koning allemaal doet in een jaar en maken met behulp van hun bevindingen een dagboek van de Koning.

Subthema
Het koningschap nu

Doelen

  • Leerlingen ontdekken wat de verschillende functies zijn van de Koning.
  • Leerlingen krijgen een beeld van het dagelijks leven van de Koning.
  • Leerlingen leren wat ministeriële verantwoordelijkheid is en dat de Koning onschendbaar is.
  • Leerlingen leren bronnen te gebruiken voor het beantwoorden van vragen.

Duur
120 minuten

Werkvorm
In twee- of drietallen

Benodigdheden

Per twee- of drietal:

Voorbereiding
Print en knip voor ieder twee- of drietal een blauw informatiekaartje uit en stop deze in een envelop. Schrijf de gebeurtenis op de buitenkant van de envelop. De eerste gebeurtenis met oranje kader is een voorbeeld en hoeft daarom niet in een envelop te worden gestopt. Lees ook alvast het uitlegblad door, zodat je bij elke gebeurtenis waar nodig uitleg kunt geven.

Activiteit
Start het filmpje van SchoolTV. Vertel daarna dat de leerlingen straks een envelop zullen kiezen met daarop een gebeurtenis uit het leven van de Koning. Ze gaan deze gebeurtenis verder onderzoeken en gebruiken daarbij het werkblad en het kaartje in de envelop. Begin door één gebeurtenis 41 Koning Koning klassikaal voor te doen en geef daarbij uitleg over het concept ministeriële verantwoordelijkheid. Toon de dia met het voorbeeld op het digibord. Dit voorbeeld gaat over de vakantie van het koninklijk gezin naar Griekenland op 17 oktober 2020. Laat zien hoe je de bronnen opent en met behulp van de zoekwoorden artikelen kunt vinden over het onderwerp. Neem samen de vragen op het werkblad door zodat voor leerlingen de opdracht duidelijk is.

Leg uit dat dit voorbeeld laat zien dat ook het privéleven van de Koning niet helemaal privé kan zijn. Tijdens een strenge corona-lockdown ging het koninklijk gezin toch op vakantie naar Griekenland, terwijl de rest van Nederland gevraagd werd om thuis te blijven. In zo’n geval wordt er van de Koning verwacht dat hij het goede voorbeeld geeft. Toch kreeg minister-president Mark Rutte de schuld van deze beslissing. Vertel dat dit een voorbeeld is van de zogenoemde ministeriële verantwoordelijkheid. De Koning is zelf namelijk onschendbaar, dat betekent dat hij niet gestraft kan worden. Daarvoor in de plaats zijn de ministers in de regering verantwoordelijk voor alles wat de Koning doet. Dit gaat dus niet alleen over de officiële taken van de Koning, maar ook de keuzes die hij in zijn vrije tijd maakt. En ze zijn ook weer verantwoordelijk voor de excuusspeech die de Koning heeft gemaakt.

Verdeel de klas in twee- of drietallen. Ieder groepje krijgt een werkblad en kiest een envelop met daarop een gebeurtenis. Vertel dat jullie het moeilijkste kaartje samen hebben gedaan en dat de rest van de kaartjes simpeler zijn. Voor een extra uitdaging kunnen de groepjes ook nog meer bronnen gebruiken dan het gegeven lijstje. Hiervoor zijn de zoekwoorden in de envelop bedoeld. Je kunt het uitlegblad gebruiken om leerlingen verder op weg te helpen bij een bepaalde gebeurtenis.

Als de leerlingen alle vragen hebben beantwoord, schrijven ze met hun groepje een kort creatief verhaaltje over hun gebeurtenis, in de vorm van een dagboektekst van de Koning. Ze hangen deze met een knijper of paperclip aan de tijdlijn. Leerlingen zetten bovenaan duidelijk de datum en een titel van hun verhaaltjes. Samen vormen alle verhaaltjes het dagboek van de Koning. Als de leerlingen het moeilijk vinden om een dagboektekst te schrijven, kun je ze eventueel op weg helpen met het voorbeeldverhaal in het voorleesblad.

Afronding
Bespreek de tijdlijn klassikaal en geef hierbij waar nodig aanvullingen. Wat vinden de leerlingen van het dagboek van de Koning? Hebben ze de indruk dat de Koning veel vrije tijd heeft? En mag hij dan zelf kiezen wat hij doet? Hoe zit dat bijvoorbeeld bij de vakantie van de Koning naar Griekenland tijdens de coronacrisis? Vonden de leerlingen dat hij dit zomaar mocht doen? Vinden ze het goed dat hij zijn excuses heeft aangeboden? Wat vinden de leerlingen ervan dat de ministers verantwoordelijk zijn voor alles wat de Koning doet? Zijn er ook dingen die de Koning niet zou mogen doen? Sluit af met het filmpje van Willem II over de ministeriële verantwoordelijkheid.

Verbinding met het thema
In deze activiteit gaat het over de positie van de Koning in de moderne tijd. We zien dat de Koning nog steeds dezelfde rollen vervult als vroeger. Hij maakt nog steeds deel uit van de regering samen met de ministers, hij is staatshoofd en hij is natuurlijk ook een privépersoon. Maar de invulling van die drie rollen is wel heel sterk veranderd ten opzichte van vroeger. Als lid van de regering heeft de Koning het niet meer voor het zeggen. De ministers beslissen en zijn verantwoordelijk tegenover het parlement. De Koning tekent nog wel alle besluiten van de regering en wetten. Hij mag nog wel adviseren, maar hij mag niet meer weigeren. Dat zou namelijk onverenigbaar met een moderne democratie, waarin de ministers en het parlement regeren. De Koning leest elk jaar nog wel de troonrede voor, maar die is geschreven door de ministers. Hij mag het alleen maar voorlezen. De Koning is daarnaast staatshoofd. Als eerste vertegenwoordiger van de staat legt hij allemaal werkbezoeken en staatsbezoeken af. Eigenlijk is dat nu zijn belangrijkste werk. Let op: de ministers zijn altijd verantwoordelijk, ook als de Koning als staatshoofd optreedt. Maakt de Koning een fout, of zegt hij iets verkeerd, dan moet de minister-president daarover in het parlement verantwoording afleggen. En de Koning is natuurlijk ook een privépersoon, met een gezin. Ook voor het privéleven van de Koning geldt dat de ministers verantwoordelijk zijn, namelijk als zijn privé-handelen het algemeen belang schaadt. Dat is het geval als hij in opspraak komt, denk bijvoorbeeld aan zijn vakantie naar Griekenland. In zijn onderzoek staat Paul Bovend’eert uitgebreid stil bij de verschillende posities van de Koning in de moderne tijd.

Tips

  • Om sfeer toe te voegen aan de activiteit, kun je de enveloppen voorzien van een ‘top secret’ sticker en ze sluiten met een zegel.
  • Je kunt meerdere versies van dezelfde envelop maken voor snelle groepjes die nog een vraag willen beantwoorden.

Leerlingen bekijken teksten uit de Grondwet en schrijven een sollicitatie voor een kandidaat-Koning.

Subthema
Het koningschap nu

Doelen

  • Leerlingen leren over de rol van de Grondwet voor de functies van de Koning.
  • Leerlingen leren teksten uit de Grondwet te begrijpen.
  • Leerlingen denken na over het idee van erfopvolging.

Duur
90 minuten

Werkvorm
Klassikaal en in drietallen

Benodigdheden

Per twee- of drietal:

Voorbereiding
Zet alvast de bestanden uit de ‘Grondwet in eenvoudig Nederlands’ klaar op de laptops of tablets.

Activiteit
De activiteit begint met een Grondwet-opzoek-spel. Stel de leerlingen klassikaal de volgende vragen en laat de leerlingen in groepjes zo snel mogelijk opzoeken in welke grondwet het antwoord op de vraag te vinden is:

  1. Wie zet er een handtekening onder wetten en besluiten?                 (antwoord: artikel 47)
  2. Wie is er verantwoordelijk voor wat de Koning doet?                        (antwoord: artikel 42)
  3. Hoe word je Koning?                                                                            (antwoord: artikel 24, 25 en 29)
  4. Wat is het eerste dat de Koning doet als hij/zij Koning wordt?         (antwoord: artikel 32)
  5. Wat gebeurt er als de Koning niet kan werken?                                 (antwoord: artikel 35)

Geef ieder groepje een werkblad en geef ze de opdracht om een sollicitatie te maken voor iemand die Koning wil worden (bijvoorbeeld in de vorm van een brief of een filmpje). Ze gebruiken de Grondwet om te bepalen wat de Koning allemaal moet kunnen. Welke kwaliteiten heeft iemand nodig om aan deze wetsvoorstellen te kunnen voldoen? Wat voor persoonlijkheid zou hierbij passen? En wat voor opleiding? Help de groepjes eventueel verder door ze te wijzen op de grondwetartikelen die in het spel aan bod kwamen.

Afronding
De groepjes presenteren de sollicitatie van hun kandidaat voor het koningschap. Laat de groepjes na alle presentaties stemmen. Wie vinden ze dat de baan zou moeten krijgen? Deze kandidaat krijgt een (symbolische) kroon. Nadat de beslissing is gemaakt, blijkt er een extra geheime kandidaat te zijn en lees je de sollicitatie van deze kandidaat voor. Deze kandidaat lijkt op het eerste gezicht helemaal niet geschikt voor het koningschap. Hij heeft een opvliegend karakter en gedraagt zich totaal niet verantwoordelijk. Toch wordt deze kandidaat vanwege erfopvolging gekozen voor de baan. Bespreek met de leerlingen wat ze vinden van deze kandidaat en de sollicitatieprocedure. Bespreek ook de eigenschappen die door de groepjes zijn beschreven. De leerlingen hebben nu gekeken naar wat de Koning volgens de Grondwet moet kunnen. Zijn er nog dingen waarvan ze zelf vinden dat de Koning ze moet kunnen? En moeten die eigenschappen dan worden toegevoegd aan de Grondwet? Waarom wel/niet?

Verbinding met het thema
In deze activiteit staat de Grondwet centraal. De Grondwet is de belangrijkste wet van Nederland, de basiswet voor ons land. In de Grondwet wordt de basisstructuur van de staatsinrichting geregeld; zo staat er in de Grondwet hoe het parlement is samengesteld en wie de regering vormt, wie rechtspreekt en welke grondrechten voor burgers er zijn. Allemaal heel belangrijk! En omdat Nederland een monarchie is, staan er ook veel bepalingen in over de Koning (veel meer dan over ministers!). De hele erfopvolging staat erin geregeld, zijn financiën, het Koninklijk Huis en ook dat de Koning deel uitmaakt van de regering.

Wil je dus weten welke positie de Koning heeft in het Nederlandse staatsbestel, dan moet je eerst naar de Grondwet kijken. Als je de verschillende artikelen gelezen hebt, krijg je een betere indruk van het koningschap. Een voorbeeld daarvan is dat hij zijn functie krijgt niet door verkiezing of benoeming, maar door erfopvolging (heel bijzonder!) en dat hij onschendbaar is (en dus zelf niet verantwoordelijk) en in plaats daarvan de ministers voor hem verantwoordelijk zijn.

Soms is de Grondwet nogal onduidelijk, niet helemaal zoals het werkelijk is of moet zijn. Artikel 42 van de Grondwet, waarin staat dat de Koning deel is van de regering, en artikel 47 van de Grondwet, waarin staat dat de Koning alle besluiten en wetten mee ondertekent, zetten je misschien op het verkeerde been. De suggestie wordt gewekt dat de Koning hier volwaardig meebeslist, maar in werkelijkheid is de positie van Koning in de regering sterk veranderd en doet hij niet meer dan adviseren. Echt weigeren te tekenen mag hij niet meer. In zijn onderzoek besteedt Paul Bovend’eert ruim aandacht aan de ontwikkeling van het koningschap in de Grondwet en hoe je de artikelen in de Grondwet over de Koning moet uitleggen.

Tips

  • Deze opdracht biedt ruimte om de sollicitatie creatief aan te pakken. Zo kunnen leerlingen bijvoorbeeld een sollicitatiefilmpje opnemen of werken met stop-motion.
  • In activiteit 1 ‘De macht van de Koning’ hebben de leerlingen al opgezocht wat de Grondwet is. Als je toch de geheugens van de leerlingen weer wilt opfrissen, dan legt dit filmpje van SchoolTV nog eens precies uit wat de geschiedenis en functie is van de grondwet.

Leerlingen vormen met de werkvorm ‘beweegredeneren’ een standpunt over de toekomst van het koningschap en gaan hierover met elkaar in gesprek. Ze onderzoeken of hun mening gebaseerd is op een argument of een gevoel.

Subthema
Koning in de toekomst?

Doelen

  • Leerlingen denken na over de toekomst van het koningschap.
  • Leerlingen leren een mening te formuleren over de toekomst van het koningschap.
  • Leerlingen leren om argumenten te formuleren, een standpunt te verdedigen, naar elkaar te luisteren en zich in te leven in het standpunt van een ander.
  • Leerlingen reflecteren op welke beweegredenen ze hebben bij een standpunt.

Duur
45 minuten

Werkvorm
Klassikaal

Benodigdheden

Voorbereiding
Print de bijlage ‘Vier vakken’. Deel voor het tweede onderdeel van deze activiteit de ruimte in vier vakken met twee assen: voor (denkargument), voor (gevoelsargument), tegen (denkargument) en tegen (gevoelsargument). Markeer ieder vak met een van de geprinte afbeeldingen.

Activiteit
Laat de leerlingen plaatsnemen in het midden van de ruimte (lokaal of buitenruimte). Leg uit dat je de ruimte in vier vakken hebt verdeeld: voor (denken), voor (voelen), tegen (denken) en tegen (voelen). Toon nu één voor één de stellingen in de PowerPointpresentatie of lees ze voor. De leerlingen bedenken eerst bij iedere stelling of ze het ermee eens zijn of niet, en gaan aan de bijbehorende kant van het lokaal staan. Vraag vervolgens aan de leerlingen of ze op deze mening zijn gekomen door te denken of te voelen, en vraag ze om naar het bijbehorende vak te lopen.

De leerlingen staan nu verdeeld op vier plaatsen in het lokaal. Vraag aan enkele leerlingen uit verschillende vakken waarom ze daar zijn gaan staan. Waarom denk je dit? Welke ervaringen hebben je hiertoe gebracht? Kun je het nog verder toelichten? Let op: een spelregel is dat elk argument geldt en dat het niet gaat om elkaar overtuigen. Rem de leerlingen dan ook wanneer zij elkaar proberen te overtuigen.

Nu de leerlingen wat van elkaars argumenten hebben gehoord, vraag je ze om naar een ander vak te lopen. De leerlingen bedenken een nieuw argument bij hun nieuwe positie. Als de leerlingen nog niet veel ervaring hebben met het maken van argumenten, kun je ze in groepjes laten overleggen. Vraag nogmaals enkele leerlingen welke argument(en) ze hebben bedacht voor hun nieuwe positie. Hoe is het voor ze om bij een ander vak te staan?

Herhaal deze stappen voor alle stellingen. Een aantal stellingen gaat over kroonprinses Amalia. In activiteit 2 ‘Het dagboek van de Koning’ is een van de groepjes al in het leven van Amalia gedoken. Laat het groepje hierover vertellen, of geef zelf wat achtergrondinformatie bij de stellingen. Vertel dat de kroonprinses inmiddels volwassen is geworden en dat ze de middelbare school heeft afgemaakt. Ze heeft ervoor gekozen om niet meteen te gaan studeren, maar om eerst te gaan reizen. Als volwassen kroonprinses krijgt ze 1,5 miljoen euro per jaar van de staat, maar ze heeft ervoor gekozen om dit bedrag voorlopig af te slaan omdat ze nog niet werkt voor het koningshuis.

Afronding
Bespreek de stellingen nog eens kort met de klas. Zijn er leerlingen van mening veranderd door de activiteit? Waarom wel of niet? Welke alternatieven voor het koningschap zouden er kunnen zijn?

Verbinding met het thema
In deze activiteit denken de leerlingen na over hoe toekomstbestendig het koningschap eigenlijk is. Dit is ook de focus van het onderzoek van Paul Bovend’Eert. Het uitgangspunt is dat het koningschap zich moet mee ontwikkelen met de moderne tijd. In deze tijd past het niet om krampachtig vast te houden aan een ouderwets instituut uit voorbije tijden. Veel mensen vinden dat je niet allemaal uitzonderingsposities voor de Koning moet vasthouden. Verschillende vragen kunnen 48 Koning gesteld worden. Is het niet beter om in deze tijd de Koning niet langer deel te laten uitmaken van de regering? Is het niet meer dan genoeg als hij ons land als staatshoofd vertegenwoordigd? Over de hoogte van de uitgaven voor het koningschap (100 miljoen euro per jaar) wordt veel geklaagd. Zou het niet beter zijn om de Koning een gewoon salaris te geven (met belastingplicht) en de kosten te beperken? Deze en andere vragen komen in het onderzoek van Paul Bovend’Eert aan de orde, waarbij hij onderzoekt welke verandering gewenst is. En natuurlijk is er altijd het alternatief om te kiezen voor een ander model, namelijk een gekozen president in plaats van een Koning of Koningin. Maar dat betekent wel dat je de monarchie, die we al zo lang hebben, afschaft.

Aangepast van de oorspronkelijke activiteit door Paul van der Zande:
Zande, P. van der (2017): ‘Beweegredeneren, een werkvorm bij dilemma’s in de klas’.

Hieronder vertelt leerkracht Franca Corstiaensen van basisschool de Laarhorst in Arnhem over haar ervaringen in de klas.

“Mijn collega’s en ik hebben samen met wetenschapper Paul een project ontwikkeld. Het thema van het project is het Nederlandse koningshuis en de monarchie. Voorafgaand aan het project hebben we samen bedacht wat we de leerlingen konden laten onderzoeken en ontdekken over dit thema door middel van verschillende activiteiten. De leerlingen waren hierover enorm enthousiast. De leerlingen vonden vooral de activiteit waarin alle Koningen en Koninginnen van de Nederlandse monarchie op volgorde moesten leggen erg leuk. Wat mij als leerkracht enorm prikkelde en enthousiasmeerde, is dat het project ruimte biedt voor iets nieuws en speciaals naast de reguliere lessen. Ook vind ik de samenwerking met een wetenschapper een bijzondere en prettige ervaring.”

Leerlingen van de Laarhorst krijgen een kijkje achter de schermen in het kantoor van prof. mr. Paul Bovend’Eert. (Foto: Jimmy Israel)

 

“Wat ik als leerkracht van dit project heb geleerd, is het uitvoeren van onderzoek in fases en het stellen van vervolgvragen. De leerlingen komen zelf met leuke ideeën en stellen mooie en verrassende vragen. Als leerkracht wil je daar natuurlijk een antwoord op vinden. Dit was een prikkelende uitdaging. Wat ik leuk vind aan het project is dat de leerlingen er meteen helemaal in doken en heel erg betrokken waren. De leerlingen namen zelfs boeken mee over het Nederlandse koningshuis en de monarchie. Ook maakten ze een plekje in de school voor het tentoonstellen van het project. Op deze manier raakten ook andere leerlingen van de basisschool betrokken en geïnteresseerd in het project.”

“Wat de leerlingen onder andere van het project hebben geleerd, is dat zij zich van hun eigen mening bewust worden. Tijdens het project leren zij kritisch naar de feiten te kijken. Ook hebben zij geleerd de voor- en nadelen af te wegen van bepaalde tradities en gebruiken in de monarchie. Een voorbeeld hiervan is een activiteit die stilstaat bij erfopvolging. De leerlingen hebben gediscussieerd over wat zij van deze traditie vinden. Tijdens de activiteit wordt een zeer ongeschikte kandidaat vanwege erfopvolging tot toekomstige Koning verkozen. De leerlingen waren echt verontwaardigd over deze traditie en konden beargumenteren waarom. De leerlingen leren op een leuke manier een eigen mening vormen. Dit is veel prikkelender dan slechts opgelegd te krijgen wat de feiten zijn. In tegenstelling tot andere nevenprojecten werk je samen met een wetenschapper die ook de klas bezoekt, dit is een aangename verandering. Je staat samen met de leerlingen aan de wieg van het project. Vervolgens wordt op basis van onder andere dit project een boek gepubliceerd. Dat is iets waar ik wel erg trots op ben.”

Ga je aan de slag met een thema dan is het goed om de leidraad onderzoekend leren eerst te lezen. Aan de hand van de zeven stappen van onderzoekend leren laten we je zien hoe je een project in de klas kunt vormgeven. Daarnaast vind je in de leidraad ook hulpmiddelen die je helpen om de activiteiten uit te voeren in de klas.

Ontwikkeld door

Het project ‘Koning’ is in het schooljaar 2021-2022 ontwikkeld door een team van onderzoekers van de Radboud Universiteit, basisschoolleraren en het WKRU.

Onderzoekers Radboud Universiteit
Paul Bovend’Eert, Toni van Gennip en Maud Heldens.

Scholen
Basisschool de Laarakker in Arnhem: Juliëtte Geijselaers en Koen Sibbel.
Basisschool de Laarhorst in Arnhem: Franca Corstiaensen en Robert de Bruijn.

Vanuit het Wetenschapsknooppunt hebben meegewerkt
Hanne Kause, Jan van Baren-Nawrocka & Sanne Dekker.

Ontdek ons nieuwste lesmateriaal

Verhalen uit de slavenregisters

Met behulp van dit lespakket gaan leerlingen uit groep 7 en 8 zelf op speurtocht…

Meer lezen

Herinneringen aan de honger

Tijdens deze twee lessen kruipen leerlingen van groep 7 en 8 in de huid van…

Meer lezen

Taalboekje
’Spelen met taal’

Ontdek hoe leuk taal kan zijn! Kinderen kunnen met dit taalboekje zelfstandig aan de slag…

Meer lezen

Nieuwsbrief

Samen met leraren en wetenschappers hebben we sinds 2009 een schat aan kennis verzameld die we graag met je delen. Je vindt ons lesmateriaal en alle verdiepende informatie over onderzoekend leren op deze website. Wil je weten wanneer er nieuw lesmateriaal beschikbaar komt? Of wanneer er activiteiten plaatsvinden waar je aan kunt deelnemen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!

Veelgestelde vragen

Hebben jullie ook kindercolleges over wetenschap?

Ja, bekijk hier al onze kindercolleges (~10 min) van topwetenschappers van de Radboud Universiteit. Je kunt uit een heleboel onderwerpen kiezen, variërend van kunstgeschiedenis tot het Higgsdeeltje. Ook kun je samen met je leerlingen videoportretten van wetenschappers bekijken. Daarin worden prijswinnende onderzoekers geïnterviewd door basisschoolleerlingen, waardoor zij hen persoonlijk leren kennen. Deze video’s zijn perfect om het stereotype beeld van wetenschappers te doorbreken en de afstand tot wetenschappers te verkleinen.

Hoe kan ik de kritische en onderzoekende houding van mijn leerlingen stimuleren?

Wil je leerlingen uitdagen om hun onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen? Bekijk dan hier al onze informatie en hulpmiddelen voor leraren. In onze uitgebreide leidraad ontdek je welke stappen leerlingen doorlopen bij het opzetten van een eigen onderzoek. Ook laten we zien hoe je dit als leraar praktisch kunt begeleiden. We raden aan om altijd klein te beginnen en de nieuwsgierigheid van leerlingen centraal te stellen. Wil je je inhoudelijk verder verdiepen in onderzoekend leren? Duik dan vooral in onze rijke database van publicaties en hulpmiddelen! Deze helpen je om zowel inhoudelijk als praktisch goed voorbereid te zijn.

 

Is het lesmateriaal alleen online beschikbaar?

Al ons lesmateriaal is gratis online beschikbaar. Je kunt dit downloaden en zelf printen. Bekijk hier welke materialen ook fysiek te bestellen zijn, zolang de voorraad strekt.

Voor wie zijn de lesmaterialen?

De lesmaterialen zijn geschikt voor alle leerlingen in groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. Ze kunnen ook ingezet worden bij plusklassen. In sommige thema’s zit wat meer uitdaging. Soms vermelden wij op het lesmateriaal dat het meer voor groep 6/7 of juist groep 7/8 geschikt is. Kijk het materiaal eerst goed door, dan kun je vaak zelf goed inschatten of het aansluit bij het niveau van je klas.

Hoe breng ik wetenschap de klas in?

Al onze lesmaterialen voor het basisonderwijs zijn op deze website te vinden. Bij elk thema is duidelijk uitgelegd hoe je het thema praktisch de klas in kunt brengen. Soms zijn het projecten die uit een aantal lessen bestaan. Deze projecten kun je heel goed gebruiken om leerlingen eigen onderzoek te laten doen. Voorbeelden van eigen onderzoek door leerlingen zijn in dat geval te vinden in het lesmateriaal. Heb je minder tijd beschikbaar? Kijk dan eens naar de lespakketten ‘Herinneringen aan de honger’, ‘Verhalen uit de slavenregisters’, of het boekje ‘Spelen met taal’. Deze lessen zijn in slechts een paar uur uit te voeren. Bovendien kosten ze jou als leraar heel weinig voorbereidingstijd.

 

Waarom is al jullie lesmateriaal gratis?

Het lesmateriaal van het Wetenschapsknooppunt is ontwikkeld met geld vanuit de Radboud Universiteit, het Radboudumc en diverse subsidieverstrekkers zoals NWO. Zij vinden het belangrijk om de nieuwsgierigheid en onderzoekende houding van kinderen al op jonge leeftijd te stimuleren. Door het lesmateriaal gratis aan te bieden, kan iedereen er gebruik van maken en wordt wetenschap iets van iedereen.