De leerlingen maken een top 10 waar ze bang voor zijn/of denken dat kinderen van hun leeftijd bang voor zijn. Deze top 10 gaan ze vergelijken met de ‘angst top 10’ van een Amerikaans onderzoek.
Fase van onderzoekend leren
Fase 2: verkennen
Subthema
Waar ben je bang voor?
Doelen
- De leerlingen denken na waar ze bang voor zijn
- De leerlingen leren uitkomsten van hun eigen angsten vergelijken met elkaar en met het onderzoek.
- De leerlingen ontdekken dat volwassenen bang zijn voor andere dingen dan kinderen
Duur
30 minuten
Werkvorm
Eerst individueel, daarna eventueel in tweetallen of in groepjes van 3 à 4 leerlingen.
Voorbereiding en benodigdheden
- Pen en papier voor elke leerling.
Activiteit
De leerlingen gaan zelf bedenken waar ze bang voor zijn. Hiervan maken ze een top 10. Dit doen de leerlingen individueel. Vervolgens gaan de leerlingen in tweetallen of groepjes van 3 à 4 leerlingen hun lijstjes vergelijken. Geef de leerlingen een aantal vragen om over te praten, zoals: “Wat zijn de overeenkomsten?”, “Wat zijn de verschillen?”, “Zijn er verschillen tussen jongens en meisjes?”, “Zijn er opvallende dingen?” Laat leerlingen dit kort opschrijven.
Vervolgens gaan de leerlingen hun lijstjes vergelijken met de top 10 die is samengesteld op basis van het Amerikaanse onderzoek. Geef ook hierbij weer een aantal vragen om over te praten, zoals: “Wat zijn de verschillen tussen onze top 10 en de top 10 van de leerlingen?”, “Wat zijn de verschillen tussen onze top 10 en de top 10 van de volwassen?”, “Zijn leerlingen voor andere dingen bang dan volwassenen?”.
Afronding
Bespreek de bevindingen van de leerlingen. In hoeverre kwamen hun lijstjes overeen met de top 10 van het onderzoek. Wat viel verder op? Wat heeft dit te maken met het thema?
Verbinding met het thema
Door de leerlingen eerst zelf na te laten denken over hun eigen angsten krijgt de ‘angst top 10’ van het Amerikaanse onderzoek betekenis. Opvallend is de diversiteit bij iedere leerling. De vraag of volwassenen ook bang zijn, is voor leerlingen niet moeilijk te beantwoorden. Ze zijn het er unaniem over eens dat volwassenen ook bang zijn voor bepaalde dingen. De vraag waarvoor is minder
eenvoudig te beantwoorden. Ze worden geholpen met een ‘angst top 10’ van kinderen en volwassenen die ze bekijken. De gegevens in deze lijst zijn echt onderzocht en dus een goed voorbeeld van hetgeen leerlingen zelf zouden kunnen onderzoeken.
Tips
- De leerlingen kunnen zelf plaatjes van angsten opzoeken op internet en hier een collage over maken om te presenteren aan de klas.
- De leerlingen kunnen zelf ‘angst top 10’ lijstjes opzoeken op internet en zo verschillende bronnen met elkaar vergelijken.
- Leerlingen gaan nadenken waar volwassenen bang voor zijn. Zij maken hier ook een top 10 lijst van. Dit kunnen ze op zich zelf doen, in tweetallen of kleine groepjes. Deze lijst/ lijsten worden weer vergeleken met de top 10 lijst die is samengesteld op basis van onderzoek (zie bijlage 1).
- Leerlingen kunnen onderzoeken waar volwassenen bang voor zijn. Leerlingen maken een top 10 van de angsten van volwassen. Deze uitkomsten gaan ze vergelijken met de top 10 uit het onderzoek.
- Willem Wever over de vraag: “Hoe kan het dat de één bang is voor een spin en de ander niet?”