De leerlingen gaan onderzoeken op welke plekken in de school veel bacteriën zijn door middel van het ‘swappen’ van een plek. Vervolgens maken de leerlingen elke dag een foto van de groei van de bacteriën op het petrischaaltje.
Subthema
Kweken van bacteriën en schimmels
Doelen
- Leerlingen ontdekken hoe een bacterie groeit.
- Leerlingen ontdekken waar veel bacteriën voorkomen.
- Leerlingen leren hoe je bacteriën en schimmels kunt kweken.
- Leerlingen leren wat een hypothese is.
Duur
45 minuten + dagelijks naar de kweekjes kijken en een foto maken gedurende 5 dagen
Werkvorm|
Klassikaal uitleggen en bespreken
In tweetallen swappen
Benodigdheden
- Per tweetal 1 petrischaaltje
- Per tweetal 1 wattenstaafje
- Pen / potlood
- Papier
- Plakband
Voorbereiding
Ter inspiratie kijk naar:
Activiteit
Kom terug op de introductieactiviteit en activeer de voorkennis van de leerlingen. Gebruik hierbij vragen als: ‘Waar denken jullie aan bij een bacterie?’, ‘Waarom denk je daar aan?’, ‘Weten jullie hoe een bacterie eruit ziet?’ Vul eventueel de mindmap uit de eerste activiteit aan.
Om de leerlingen te informeren over hoe het in het lichaam werkt, kun je een filmpje kijken over slechte bacteriën die het lichaam kunnen aanvallen via openingen in de huid, zoals een wondje.
http://www.schooltv.nl/video/een-wond-deze-clip-laat-zien-wat-er-in-je-lichaam-gebeurt-als-je-gewond-bent/
Bespreek waar bacteriën allemaal kunnen voorkomen. Stel hierbij vragen aan de leerlingen zoals: ‘Waar zouden veel bacteriën zitten en waar weinig?’, ‘Van welke omstandigheden houden bacteriën?’ Bacteriën houden van plekken die niet goed schoon zijn en groeien extra goed op warme en vochtige plekken.
Kies met de klas minimaal tien plekken (evenveel als het aantal tweetallen in de klas) in de school die écht onderzocht gaan worden. Laat elk tweetal één plek kiezen.
Leg vervolgens aan de leerlingen uit wat een hypothese is. Een hypothese is een voorspelling die nog bewezen moet worden. Benadruk dat deze nooit fout kan zijn. Belangrijk is dat de leerlingen moeten beargumenteren waarom ze denken dat iets vies is of juist niet. Laat de tweetallen een hypothese bedenken waarom de ene plek vuiler zou zijn dan de andere. Vragen die daarbij helpen zijn: ‘Waar zullen de meeste of juist de minste bacteriën te vinden zijn?’ en ‘Waarom denk je dat?’ Bespreek de verschillende hypotheses klassikaal.
Leg de leerlingen uit hoe je een plek ‘swapt’ en bekijk even met de leerlingen het filmpje over ‘swappen’. (https://www.youtube.com/watch?v=iBeZiseMI7A). Het swappen herkennen de leerlingen misschien wel van CSI-achtige series waarin onderzoek gedaan
Zo swap je:
- Pak een wattenstaafje en een petrischaaltje.
- Ga met een wattenstaafje over de plek waar de bacteriën zitten.
- Wrijf het wattenstaafje, met de bacteriën over het petrischaaltje.
- Sluit het petrischaaltje goed af met het deksel, plak er extra plakband over en nummer het doosje.
- Schrijf op een blaadje welke plek bij elk petrischaaltje hoort.
De leerlingen mogen nu gaan swappen en komen daarna weer terug in de klas. Laat elk tweetal een foto maken van zijn petrischaaltje.
Afronding
Laat leerlingen een aantal dagen de petrischaaltjes fotograferen om te kijken of er al verandering te zien is. Na een aantal dagen kom je terug op de hypotheses die opgesteld zijn. Klopten deze? Waarom wel of waarom niet? Zijn er nog andere dingen opgevallen?
Verbinding met het thema
Onderzoekers maken gebruik van petrischaaltjes, omdat je op die manier de bacteriën zichtbaar kan maken. De bacteriën vermeerderen zich op dit schaaltje in een snel tempo, omdat de omstandigheden in het petrischaaltje optimaal zijn voor de groei van een bacterie. Dit komt bijvoorbeeld door de aanwezigheid van voedingsstoffen en warmte.
Tips
- Voorbeelden van plekken om te swappen zijn: de wc, de kraan, de deurknop, de tafel, de vissenkom, de handen, de zandbak, de rattenkooi, de koffiezetter, de koelkast en het toetsenbord.
Voor achtergrondinformatie over bacteriën en schimmels lees blz. 152 van ‘Wetenschappelijke doorbraken de klas in!’ (boek 2, 2013)
- Filmpjes over de groei van een bacterie of een schimmel: