In deze activiteit stimuleren leerlingen de werking van hiv-medicatie tegen viruscellen in het bloed door een tikspelletje.
Subthema’s
- De juiste dosis
- Resistentie
Doelen
- Leerlingen leren dat hiv-cellen zich kunnen vermenigvuldigen en dat hierbij het afweersysteem van de patiënt beschadigd raakt.
- Leerlingen leren dat hiv-medicijnen de vermenigvuldiging van viruscellen afremmen.
- Leerlingen leren dat de dosis van een medicijn hoog genoeg moet zijn om effect te hebben.
- Leerlingen ontdekken dat een virus resistent kan worden voor een bepaald medicijn.
Duur
60 minuten
Werkvorm
Klassikaal
Benodigdheden
- Ruimte waarin leerlingen kunnen rennen
- Stevig gekleurd papier (A5, kan ook dubbelgevouwen A4 zijn) om de verschillende rollen mee aan te duiden. Je hebt vier blauwe, zestien groene, zestien gele, zestien rode en zestien witte vellen nodig.
- Printblad ‘Rollen’ (enkelzijdig geprint)
- Tape of andere markering
Voorbereiding op het thema
Als voorbereiding op dit project raden we aan om het met de klas te hebben over hiv en hoe je besmet kunt raken. Dit is belangrijk om angst en vooroordelen te voorkomen. Hiervoor zijn deze video van SchoolTV over hiv of het boek ‘Brenda heeft een draakje in haar bloed’ van Hijltje Vink een goed startpunt.
Voorbereiding activiteit
Er zijn in deze activiteit vijf rollen: afweercellen, viruscellen, afgezwakte viruscellen, resistente viruscellen en medicijnen. Markeer aan de zijkant van de ruimte met tape een tik-vrij vak van twee bij twee meter waar leerlingen zelf de rollen kunnen pakken. Leg hier de stapels gekleurde vellen klaar en hang bij iedere stapel een afbeelding van de juiste rol. Zo is het vanuit het veld direct zichtbaar waar welke rollen liggen. De verdeling van kleuren is als volgt: afweercellen: wit; viruscellen: groen; afgezwakte viruscellen: geel; resistente viruscellen: rood; medicijnen: blauw.
Activiteit
In deze activiteit simuleren de leerlingen samen een hiv-besmetting met behulp van een tikspelletje. Ze beelden de situatie binnenin een lichaam uit: er zijn afweercellen, viruscellen en medicijndeeltjes. Het spel bestaat uit vier rondes, waarbij er in elke ronde steeds een nieuw concept wordt geïntroduceerd.
Ronde 1: Een patiënt is besmet met hiv
Leg uit dat jullie in deze ronde simuleren hoe het hiv-virus zich verspreidt in het lichaam van een patiënt. Het hiv-virus bestaat uit viruscellen, die het lichaam van de patiënt zijn binnengedrongen en zich verplaatsen via het bloed. De viruscellen kunnen zich vermenigvuldigen. Ze kunnen namelijk de afweercellen, die het virus proberen uit te schakelen, gebruiken als kopieermachine. De afweercel gaat daarna kapot. Er komen daardoor steeds meer viruscellen en steeds minder afweercellen in het bloed. De patiënt heeft de afweercellen nodig om zich te beschermen tegen andere infecties. Als er te weinig afweercellen in het bloed zitten, kan de patiënt doodgaan aan deze infecties.
In deze ronde komen alleen de rollen ‘viruscel’ en ‘afweercel’ voor. Laat de helft van de klas, uitgaande van een klas van twintig à dertig leerlingen, observeren vanaf de zijkant. De andere leerlingen doen mee met het tikspel. Wijs twee leerlingen aan die starten als viruscellen en geef ze allebei een groen vel. De overgebleven leerlingen starten als afweercellen en krijgen ieder een wit vel. Leg onderstaande regels uit en laat de leerlingen de simulatie uitvoeren.
Basisregels:
- Alle cellen bevinden zich in het bloed en kunnen vrij bewegen (rondrennen).
- Alle viruscellen (groen) kunnen afweercellen (wit) tikken. Als een afweercel getikt is, dan vermenigvuldigt de viruscel zich en gaat de afweercel dood. De aangetikte leerling loopt naar het tik-vrije vak en haalt daar een groen vel voor de rol ‘viruscel’.
- Maak twee vakken: een vak waarin getikt mag worden en een tik-vrij vak waarin groene vellen liggen.
- Het spel eindigt wanneer er geen afweercellen meer over zijn
In deze ronde zal al snel blijken dat er alleen nog maar viruscellen overblijven. Vraag aan de leerlingen die hebben geobserveerd wat ze denken dat dit betekent. Het juiste antwoord is dat het virus zich ongehinderd heeft kunnen vermenigvuldigen en alle afweercellen heeft vernietigd. Omdat deze cellen nodig zijn om te overleven, overleeft de patiënt deze ronde niet.
Ronde 2: Medicijnen brengen het virus onder controle
In de vorige ronde hebben de leerlingen ervaren dat, als er niets gedaan wordt om het virus terug te dringen, het virus zijn vrije gang kan gaan in het lichaam van de patiënt. Vertel dat er gelukkig medicijnen tegen hiv bestaan die de vermenigvuldiging van de viruscellen afremt. Hierdoor gaan er minder afweercellen kapot. Dat gaan jullie in deze ronde simuleren.
Deze rollen komen voor:
- Viruscellen (groen)
- Afweercellen (wit)
- Medicijnen (blauw)
- Afgezwakte viruscellen (geel)
Verdeel opnieuw de rollen. De helft van de groep observeert vanaf de zijlijn, vier leerlingen zijn medicijndeeltjes, twee leerlingen zijn viruscellen en de rest van de leerlingen zijn afweercellen. Naast de basisregels zijn er ook twee nieuwe regels. Leg deze uit en laat de leerlingen weer de simulatie uitvoeren.
Extra regels:
- De medicijnen (blauw) kunnen de viruscellen (groen) tikken. Als een viruscel getikt is door een medicijn, dan wordt deze afgezwakt en kan die zich niet meer vermenigvuldigen. De aangetikte leerling loopt naar het tik-vrije vak en haalt daar een geel vel voor de rol ‘afgezwakt virus’. Een afgezwakt virus kan geen afweercellen meer tikken. De leerling blijft rondlopen tussen de andere leerlingen.
- Het spel eindigt wanneer er geen afweercellen meer over zijn, of wanneer alle viruscellen afgezwakt zijn.
Bespreek met de leerlingen die hebben geobserveerd wat er deze keer gebeurde in het spel. De leerlingen hebben gezien dat de medicijnen snel genoeg hun werk konden doen en dat de viruscellen afgezwakt waren voor ze alle afweercellen kapot hebben gemaakt. Het virus is onder controle en de patiënt heeft deze ronde overleefd.
Ronde 3: De dosis medicijnen is te laag
Deze ronde is precies als de vorige ronde, maar deze keer heeft de patiënt niet voldoende medicijnen ingenomen. De dosis medicijnen is te laag. Nu speelt maar één leerling de rol van medicijn, drie leerlingen zijn viruscellen en de rest van de leerlingen zijn afweercellen. Verdeel de rollen en laat de leerlingen de simulatie uitvoeren. Het zal niet lukken om de viruscellen genoeg af te zwakken en ze verspreiden zich alsnog door het hele lichaam. De patiënt overleeft deze ronde niet.
Ronde 4: Viruscellen worden resistent
Vertel dat als een patiënt te weinig medicijnen gebruikt of vaak het medicijn vergeet te nemen, het kan zijn dat de viruscellen hiervan leren. Ze worden dan niet meer verzwakt door de medicijnen en kunnen zich blijven vermenigvuldigen. De viruscellen zijn dan resistent geworden. In deze ronde zijn er naast afweercellen, medicijnen en viruscellen ook resistente viruscellen in het lichaam van de patiënt.
In deze ronde komen alle rollen voor. Verdeel de rollen als volgt: de helft van de leerlingen observeert, één leerling is een viruscel (groen), één leerling is een resistente viruscel (rood), vier leerlingen zijn medicijnen (blauw) en de rest van de leerlingen zijn afweercellen (wit). In deze ronde komen er weer twee regels bij. Leg de nieuwe regels uit en laat de leerlingen een laatste keer de simulatie uitvoeren.
Extra regels:
- Een resistente viruscel (rood) kan niet getikt worden door medicijnen.
- Een resistente viruscel kan wel afweercellen tikken en daardoor nieuwe resistente viruscellen maken. De aangetikte leerling loopt naar het tik-vrije vak en haalt daar een rood vel voor de rol ‘resistente viruscel’.
Bespreek na wat er gebeurde. Hoewel er in principe genoeg medicijnen in het spel waren om de patiënt gezond te krijgen, net als in ronde 2, winnen de viruscellen toch. De resistente viruscellen konden zich blijven vermenigvuldigen en de patiënt overleeft deze ronde ook niet.
Afronding
Bespreek de simulatie na met de leerlingen. In rondes twee en drie hebben de leerlingen kunnen zien dat de dosis van de medicijnen erg belangrijk is. Als een patiënt genoeg medicijnen neemt, dan blijft het virus onder controle. Neemt een patiënt te weinig medicijnen, dan is de dosis te laag en lukt het niet om het virus onder controle te krijgen. Noem ook dat de medicijnen die er nu bestaan tegen hiv er helaas niet voor kunnen zorgen dat de viruscellen verdwijnen uit het lichaam. Er zullen altijd afgezwakte viruscellen achterblijven. Als een patiënt stopt met medicijnen nemen, dan kunnen de viruscellen weer aansterken en zich toch weer gaan vermenigvuldigen. Wel kunnen mensen gewoon oud worden met een klein aantal viruscellen. Bovendien zorgen de medicijnen ervoor dat een patiënt niet meer besmettelijk is. Om de ziekte onder controle te houden, moet een patiënt dus zijn of haar hele leven medicijnen blijven nemen. Dit is niet zonder risico’s. In ronde vier hebben de leerlingen ervaren dat als iemand te weinig verschillende of een te lage dosis medicijnen neemt, het virus resistent kan worden. Leg uit dat dit de reden is dat hiv-patiënten altijd meerdere verschillende medicijnen tegelijk nemen. Hierdoor is er een kleinere kans dat het virus resistent wordt.
Verbinding met het thema
Het hiv-virus kan zich niet zelf vermenigvuldigen. Het vermenigvuldigt zich doordat het zich in het lichaam laat opnemen in de afweercellen en die cellen gebruikt om zich te laten vermenigvuldigen. De afweercel gaat daarna dood. We kunnen hiv (nog) niet genezen, maar er zijn wel medicijnen ontwikkeld die de vermenigvuldiging van het virus in het lichaam remmen. We noemen deze antiretrovirale medicijnen. Deze medicijnen remmen de verschillende stappen die nodig zijn voor de vermenigvuldiging van het virus. Daardoor gaan er minder afweercellen kapot, waardoor het afweersysteem weer beter gaat werken en mensen met hiv minder snel ziek worden. Tijdens het vermenigvuldigen kan het virus zichzelf ook veranderen, zodat het ongevoelig wordt voor een specifiek medicijn. Dat noemen we resistentie. Dit effect kan worden tegengegaan door meerdere medicijnen tegelijk te nemen. Mensen met hiv moeten tenminste twee, meestal drie, verschillende medicijnen, iedere dag, gedurende hun hele leven, gebruiken.
Tip
Markeerpionnen zijn ook erg geschikt om de verschillende rollen mee aan te geven, in plaats van gekleurd papier. Deze zijn verkrijgbaar in de juiste kleuren en niet heel duur in de aanschaf.