Lezing voor leraren
Leerlingen gaan in groepjes het Solomon Asch experiment ervaren en merken wat het gevolg van groepsdruk hierbij kan zijn.
Doelen
- Leerlingen ervaren groepsdruk en wat de gevolgen hiervan zijn.
- Leerlingen komen in aanraking met een bekend (wetenschappelijk) onderzoek.
Duur
Afhankelijk van de gekozen werkvorm, klassikaal 20 minuten
Werkvorm
Groepjes van 5 met begeleider of klassikaal
Benodigdheden
- Uitlegkaarten deelnemers
- Uitlegkaart proefpersoon
- 5 enveloppen
Voorbereiding
Ter inspiratie kijk film 2: 302. Reacties op het Asch-experiment
Print bijlage 1 t/m 3. Doe de uitlegkaarten voor de deelnemers (4) en de uitlegkaart voor de proefpersonen in losse enveloppe. Leg de enveloppe voor de proefpersoon bovenop, zo weet je welke leerling de proefpersoon in het experiment is.
Activiteit
- Maak groepjes van vijf leerlingen. Deel de vijf enveloppen met kaartjes aan ieder groepslid uit zonder uitleg te geven over het experiment! De bovenste envelop is voor de proefpersoon, dus deel deze uit aan de persoon die uiterst links of rechts aan de tafel zit. Laat de groepsleden de kaartjes rustig lezen en geef aan dat ze de kaartjes terug in de envelop kunnen doen indien zij klaar zijn.
- Geef uitleg over het onderzoek met de volgende tekst: “Het onderzoek waar je aan gaat deelnemen gaat over het beoordelen van de lengte van lijnen. Zoals je kunt zien, heb ik een aantal kaarten met verschillende lijnen. Op iedere kaart staat één voorbeeldlijn aan de linkerkant en drie lijnen met verschillende lengtes (A, B, C) aan de rechterkant. Jullie taak is eenvoudig: jullie moeten om de beurt hardop zeggen welke lijn aan de rechterkant (A, B, of C) even lang als de voorbeeldlijn. We beginnen op volgorde zoals jullie zitten.”
- Voer het onderzoek uit door bijlage 1 aan ieder groepslid te tonen en ieder groepslid de gelegenheid te geven hardop hun antwoord te geven. NB: laat de proefpersoon als laatst het antwoord geven. Dit doe je voor kaart 1 t/m 3. Bij kaart 3 geven de groepsleden expres het verkeerde antwoord. Juiste antwoorden: Kaart 1 (B), kaart 2 (C), kaart 3 (C)
Afronding
Bespreek hoe de proefpersoon deze activiteit heeft ervaren. Had hij last van groepsdruk? Is hij daarvoor gezwicht of juist niet? En waarom? Is groepsdruk altijd slecht? In welke situatie wel en in welke situatie niet?
Voorbeeldfilmpjes
Tips
- Indien je groepjes maakt die bestaan uit minder van vijf leerlingen, ben er dan bewust van dat er altijd één proefpersoon moet zijn. Je voert het experiment dan uit met minder deelnemers. Het heeft de voorkeur om deze activiteit met vijf leerlingen uit te voeren, omdat het effect dan het grootste is. Op het moment dat er minder leerlingen zijn, wordt het effect minder groot.
- Op internet zijn verschillende filmpjes te vinden van mensen die zich aanpassen aan een groep. Soms is dit niet erg, maar in sommige situaties kan het erg gevaarlijk zijn. Ga met leerlingen in gesprek over wanneer groepsdruk gevaarlijk kan zijn.
In deze activiteit moeten leerlingen handelen aan de hand van een gekregen opdracht. De vraag is of leerlingen bij hun eigen standpunt blijven of ze zwichten voor de druk van een ander.
Doelen
- Leerlingen leren handelen vanuit een bepaalde rol.
- Leerlingen leren om vanuit hun eigen standpunt anderen te overtuigen.
Duur
30 minuten
Werkvorm
Groepjes van 4
Klassikaal
Benodigdheden
Voorbereiding
Ter inspiratie kijk naar film 4: 304. Opdracht: Tegengestelde belangen. Print de rollenkaartjes in bijlage 4 uit.
In bijlage 5 vind je een aantal pagina’s met het cijfer 3 in verschillende lettertypen waarbij je je voor zou kunnen stellen dat het ook een M, W of E zou kunnen zijn.
Kies er 1 uit, druk af en vergroot naar believen en zorg ervoor dat het symbool in het midden van een vel papier ligt, zodat er omheen een evenredige hoeveelheid wit is. Het symbool heeft dan zo min mogelijk richting.
Activiteit
Leg per groepje één vel papier op tafel met een E / 3 / M / W, het is maar net hoe je ernaar kijkt. Per groepjes zijn er vier spelers, ieder met een eigen rol. De groepjes gaan een discussie voeren over het symbool en zijn ware betekenis. De vraag is steeds: “Wat ligt hier op tafel?”
Je deelt de rollenkaartjes uit aan 4 spelers (of teams). Je laat de rollenkaartjes aan de leerlingen lezen en vertelt dat ze niet mogen overleggen. Vervolgens leg je het symbool op tafel. Laat de spelers bij elkaar komen en start het spel. In de discussie die tijdens het spel ontstaat, moet consensus bereikt worden over de vraag “Wat ligt hier op tafel?”. Observeer wat er gebeurt. Stop het spel als je denkt dat het moment daar rijp voor is.
Afronding
Na het spel evalueer je:
- Hoe is het om een ander gelijk te geven?
- Hoe is het om tegen de heftig argumenterende medespeler in te gaan? Lukte dat?
- Hoe is het om gelijk te hebben, maar niet te krijgen?
- Hoe is het om gelijk te willen krijgen als je weet dat anderen (ook) gelijk hebben?
Leerlingen krijgen in deze activiteiten allemaal één opdracht, echter bevat iedere opdracht een tegenopdracht. Hoe lossen leerlingen dit onderling op?
Doelen
- Leerlingen leren omgaan met tegengestelde belangen.
- Leerlingen leren nadenken over geschikte oplossingen voor tegengestelde belangen.
Duur
15 minuten
Werkvorm
Klassikaal
Benodigdheden
Voorbereiding
De leraar maakt voldoende takenkaartjes (voor iedere deelnemer één) met daarop een opdracht. In paren zijn de opdrachten op de kaartjes tegengesteld aan elkaar. In bijlage 6 vind je een aantal voorbeelden om direct mee aan de slag te gaan.
Activiteit
Het idee achter de activiteit is dat de leerlingen verschillende opdrachten krijgen waarbij er steeds twee tegengestelde opdrachten in het spel zijn. Zo werken leerlingen elkaar dus tegen tijdens het spel. Op een bepaald moment komt dat besef en dan is het interessant om te zien wat er gebeurt. Komt er een conflict, gaan de groepsleden samenwerken of gebeurt er iets anders? De spelers gaan een paar minuten de opdracht uitvoeren. Daarna kunnen de kaartjes ingenomen en eventueel opnieuw uitgedeeld worden voor een tweede spelronde. Observeer hoe spelers omgaan met problemen die ontstaan. Win-Win is te creëren door gesprek en overleg!
Afronding
Na het spel evalueer je:
- Wat is de kern van deze opdracht? (We werken elkaar tegen)
- Herken je zo’n situatie? Komt het op school voor? Komt het thuis voor?
- Wat kun je doen in zo’n situatie om tot een oplossing te komen?
- Weet je wat een win-win situatie is?
- Heb jij wel eens andere belangen bij keuzes dan je ouders? Denk aan eten, kleding, slaaptijden, vakantie.
- Wat mag je echt niet van je ouders? Wat vind je daarvan?
In deze activiteit gaan leerlingen met elkaar in gesprek over stellingen rondom het thema groepsdruk. Ze bedenken hierbij voor- en tegenargumenten.
Doelen
- Leerlingen leren actief nadenken over het thema groepsdruk.
- Leerlingen leren een mening vormen en deze onderbouwen met argumenten.
Duur
20 minuten
Werkvorm
Groepjes
Klassikaal
Benodigdheden
- Stellingen
- Stellingen op stroken papier
- Rode en groene vellen
- Pen of potlood
Voorbereiding
Ter inspiratie kijk naar film 1: 301. Discussie in de klas over de stellingen.
De leraar bedenkt een aantal stellingen waar de leerlingen over gaan discussiëren. Je kunt hiervoor ook de stellingen uit bijlage 7 gebruiken. Iedere stelling wordt op een aparte strook geschreven. Deze stroken worden verspreid over de verschillende groepjes. Leg bij ieder groepje een aantal rode en groene vellen.
Activiteit
Leerlingen gaan met elkaar in gesprek over de stelling die op hun tafel ligt. Een van de leerlingen noteert kort wat er besproken wordt. Argumenten vóór de stelling worden op groen papier geschreven en argumenten tegen de stelling worden op rood papier geschreven. Na twee minuten wordt er doorgedraaid. Dit gaat door totdat leerlingen alle stellingen gezien en besproken hebben.
Afronding
De verschillende stellingen worden apart besproken. Per stelling wordt gevraagd wie voor en wie tegen de stelling is. Vervolgens deelt de leraar verschillende beurten uit, zodat leerlingen hun mening kunnen beargumenteren. De leraar daagt andere leerlingen uit om op elkaar te reageren.
Tips
Je kunt de stellingen ook klassikaal bespreken, echter worden de leerlingen dan minder actief betrokken om voor- en tegenargumenten te bedenken.
Leerlingen bereiden in deze activiteit met een groepje een rollenspel voor. In ieder toneelstuk staat steeds één leerling voor de keuze: gaat hij mee met de druk van de groep of niet …
Doelen
Leerlingen leren in een groepje een toneelstuk voor te bereiden bij een gegeven scenario.
Duur
60 minuten
Werkvorm
In groepjes
Benodigdheden
Voorbereiding
Ter inspiratie kijk naar het film 3: 303. Rollenspel uitvoeren. Print de scenario’s uit bijlage 8 of bedenk zelf scenario’s rondom groepsdruk.
Activiteit
Leg aan de leerlingen uit dat ze in groepjes een toneelstuk gaan voorbereiden aan de hand van een scenario. Leerlingen moeten zelf bedenken hoe het toneelstuk afloopt. Maak aan de leerlingen duidelijk hoe lang ze de tijd hebben om te oefenen, of ze attributen mogen gebruiken en hoe lang het toneelstuk maximaal mag duren. Nadat de oefentijd verstreken is, voeren de groepjes om de beurt het toneelstuk op.
Afronding
Bespreek de toneelstukken na:
- Laat de klas raden wat het gekregen de moeilijke situatie was;
- Hoe ging de persoon in het toneelstuk om met de groepsdruk? Hoe had hij het anders kunnen doen?
- Tips en tops over het toneelspel
In deze activiteit gaan leerlingen in tweetallen met elkaar in gesprek. In het eerste deel accepteren ze alles wat hun klasgenoot zegt en bij het tweede deel leren de leerlingen om bij hun standpunt te blijven.
Doelen
- Leerlingen ervaren hoe het is als ze alles wat een ander zegt moeten accepteren.
- Leerlingen leren om bij hun eigen standpunt te blijven.
Duur
30 minuten
Werkvorm
Tweetallen
Voorbereiding
Bedenk vooraf of leerlingen zelf mogen kiezen waarover ze met elkaar in gesprek gaan of bedenken een aantal situaties waar leerlingen over in gesprek kunnen gaan.
Activiteit
Deze activiteit bestaat uit twee delen.
Deel 1: Acceptatiespel
Maak tweetallen. Een van de leerlingen begint met iets willekeurigs te zeggen. De ander reageert daar bevestigend op (in de werkelijkheid is het vaak zo dat mensen niet accepterend reageren en ontkrachten wat een ander zegt) en doet er nog een schepje bovenop. De eerste kan daar weer op reageren en zo kan het een tijd doorgaan. De leraar stopt als hij merkt dat het spel vastloopt. De rollen worden daarna omgedraaid. Let op dat er geen negatieve, persoonlijke insteek voor het gesprek wordt gekozen.
Deel 2: Assertiviteitsspel
Bij het assertiviteitsspel gaat het er juist om dat je bij je eigen standpunt blijft en dat je de ander probeert te overtuigen of over te halen. Probeer leerlingen te stimuleren om niet toe te geven aan de overredingskracht of druk van de ander.
Afronding
Bespreek achter de activiteit:
- Wat was moeilijker: alles accepteren wat een ander zegt of bij je eigen standpunt blijven?
- Hoe heb je ervoor gezorgd dat je bij je eigen standpunt bleef?
- Hoe was het om alles te moeten accepteren wat een ander zegt?
Eventueel kunnen een aantal gesprekken klassikaal voorgedaan worden. Leerlingen kunnen elkaar dan tips en tops geven.
Wil je met dit thema onderzoekend leren in de klas? Zie dan onze leidraad onderzoekend leren voor informatie hoe je dat kunt aanpakken. Hieronder staan filmpjes ter inspiratie bij de verschillende stappen van onderzoekend leren.
301. Discussie in de klas over de stellingen
302. Reacties op het Asch-experiment
303. Rollenspel uitvoeren
304. Opdracht: Tegengestelde belangen
305. Verborgen camera’s bekijken
306. Oefenen met het vragenmachientje
307. Het vragenmachientje gebruiken voor de eigen vragen
308. Hulp van de leerkracht bij het opzetten van onderzoek
309. Leerlingen geven elkaar feedback op de onderzoeksopzet
310. Onderzoek uitvoeren: Wie doen er sneller mee met groepsdruk in de vorm van eten: jongens of meisjes uit de middenbouw van De Lanteerne?
311. Onderzoek uitvoeren: Wanneer en waarom zijn mensen (nu tussen de 20 en 30 jaar) begonnen met roken?
312. Conclusies trekken, hoe doe je dat?
313. Onderzoek presenteren: Bijenkorf journaal
Zie Stap 6: Presenteren.
Let op: In het boek staan mogelijk meer links dan op de website. De reden hiervoor is dat sommige links inmiddels niet meer bestaan en daarom van de website zijn verwijderd.
Ontwikkeld door
Dit project in het schooljaar 2012-2013 ontwikkeld door een team van onderzoekers van de Radboud Universiteit, basisschoolleraren en het WKRU. Het projectteam bestond uit de volgende mensen:
Onderzoekers Radboud Universiteit
Rutger Engels, Marloes Kleinjan, Roel Hermans, Carmen Voogt en Josje van Onna.
Scholen
Basisschool De Lanteerne: Kristel Arntz en Liza Mourad.
Basisschool Montessorischool Westervoort: Marijke Weijland en Monique Schaminée.
HAN Pabo
Pauline Kusters (student)
Vanuit het Wetenschapsknooppunt hebben meegewerkt
Winnie Meijer & Marieke Peeters.
Nieuwsbrief
Samen met leraren en wetenschappers hebben we sinds 2009 een schat aan kennis verzameld die we graag met je delen. Je vindt ons lesmateriaal en alle verdiepende informatie over onderzoekend leren op deze website. Wil je weten wanneer er nieuw lesmateriaal beschikbaar komt? Of wanneer er activiteiten plaatsvinden waar je aan kunt deelnemen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!
Veelgestelde vragen
Het lesmateriaal van het Wetenschapsknooppunt is ontwikkeld met geld vanuit de Radboud Universiteit, het Radboudumc en diverse subsidieverstrekkers zoals NWO. Zij vinden het belangrijk om de nieuwsgierigheid en onderzoekende houding van kinderen al op jonge leeftijd te stimuleren. Door het lesmateriaal gratis aan te bieden, kan iedereen er gebruik van maken en wordt wetenschap iets van iedereen.