Stress

Ontdek hoe de hersenen stressreacties controleren. Er zijn verschillende manieren waarop je op stress kunt reageren. Ga je vechten, vluchten of bevries je? Wat voor lichamelijke reacties neem je waar? En wat is het effect van stress op prestatie?

Hier staan verschillende activiteiten beschreven om op een onderzoekende manier met het thema aan de slag te gaan. Alle activiteiten staan ook beschreven in het boekhoofdstuk dat je via de knop kunt downloaden en eventueel kunt printen. In het boekhoofdstuk staat bovendien een inhoudelijke paragraaf, waarin het onderzoek naar dit thema uitgebreid wordt beschreven.

Tijdsduur: zie activiteiten

Videoportret van de onderzoeker

Lezing voor leraren

De leerlingen worden verrast met een onverwachte toets en ondervinden daarvan stress.

Doelen

  • Leerlingen ervaren wat stress is, hoe stress voelt en welk effect dat op hen heeft.
  • Leerlingen leren (stress)gevoelens onder woorden brengen.
  • Leerlingen denken na over stressgevoelige situaties in hun eigen leven.

Duur
25-30 minuten

Werkvorm
Klassikaal

Benodigdheden
Een opdracht voor de leerlingen waarvan de leraar verwacht dat deze stressgevoelens bij hen oproept.

Activiteit
Het doel van de activiteit is de leerlingen kennis te laten maken met stressgevoelens. Hiervoor moet de leraar een sfeer creëren in de klas die ze als stressvol kunnen ervaren. Bij binnenkomst van de leerlingen in de klas straalt de leraar stuursheid, afstandelijkheid en chagrijn uit. Op het bord staat een opdracht; de leraar vertelt de leerlingen individueel met de opdracht aan de slag te gaan. Voorbeeld van een opdracht: ’Maak een presentatie over jezelf. De presentatie mag maximaal duizend woorden zijn en mag maximaal vijf minuten duren. Je hebt vijftien minuten de tijd om de presentatie voor te bereiden’. Laat de kinderen in stilte aan de opdracht werken. Na een tijdje, als de leerlingen genoeg stress hebben ervaren (de leraar kan zelf inschatten wanneer dat is), zegt hij dat de kinderen mogen stoppen en vertelt hij hen dat het een toneelstukje was om het begrip stress te introduceren.

Afronding
In een kringgesprek vertellen de leerlingen over hun ervaringen met de opdracht: Wat dachten ze toen ze binnenkwamen? Wat vonden zij van de houding van de leraar? Welk gevoel hadden ze terwijl ze met de opdracht bezig waren? Wat voelden ze toen de leraar zei dat ze mochten stoppen? Hebben ze zich wel eens eerder zo gevoeld en zo ja, wanneer dan?

Leerlingen bespreken in een kringgesprek waar ze stress van hebben of hebben gehad.

Subthema
Stressgevoeligheid

Doelen

  • Leerlingen leren stresservaringen onder woorden brengen.
  • Leerlingen leren dat stresservaringen tussen mensen verschillen.

Duur
45 minuten

Werkvorm
Klassikaal

Activiteit
De leraar legt de leerlingen drie voorbeelden voor waarin kinderen moeten reageren op iets naars: ’Kim heeft per ongeluk het geleende potlood van de juf kapotgemaakt. Ze loopt naar de juf om het potlood terug te geven. Wanneer de juf het potlood ziet en vraagt wat er gebeurd is, weet Kim niet meer wat zij moet doen of zeggen. Ze blokkeert helemaal, ze lijkt wel te bevriezen.’

’Sam is een rustige jongen in de klas, hij heeft nooit ruzie. Job is de grappenmaker in de klas. Hij maakt een grapje over een ziekte. Wanneer Sam dit hoort, slaan de stoppen bij hem door. Zijn oma heeft deze ziekte. Hij wordt zo boos dat hij naar Job toe rent en hem een flinke stomp geeft. Wanneer de meester dit met Sam wil uitpraten, weet Sam niet waarom hij ineens zo boos werd.’

’Lisa is heel verlegen. Ze probeert zo min mogelijk op te vallen in de klas. Op een dag roept Jan door de klas: ”Lisa is op Joris”. Lisa is dit helemaal niet. Lisa schrikt van de opmerking van Jan. Ze weet niet meer wat ze moet doen, ze wil gewoon weg. Ze rent de klas uit naar de toiletten. Ze draait de deur op slot en daar moet ze huilen.’

De drie voorbeelden worden besproken. Wat valt op aan Kim, Sam en Lisa? Hoe reageren zij? Herkennen de leerlingen dat? Vraag wie zich herkent in Kim, Sam of Lisa en of ze kunnen uitleggen waarom dat zo is, of ze een voorbeeld kunnen geven van wanneer ze zo reageerden. Reageren de leerlingen altijd hetzelfde? Zou je graag anders willen reageren?

Afronding
De leraar bespreekt met de leerlingen dat mensen allemaal anders reageren op spannende situaties en dat als een situatie heel spannend is, je stress kunt voelen. Je kunt vluchten (weglopen), bevriezen (niet meer kunnen bewegen) of je gaat vechten (je gaat in de verdediging). Dit is iets wat je zelf automatisch doet. De leraar vertelt de leerlingen in de komende periode in stressvolle situaties te peilen hoe ze reageren: Wat voel je van binnen? En wat doe je om het op te lossen?

Verbinding met het thema
De leerlingen gaan na hoe ze zelf op stress reageren, of ze hun neiging gemakkelijk kunnen controleren, of ze last hebben van sociale angst.

De leerlingen roepen bewust stressgevoelens op door hun hand in koud water te steken en te kijken hoe dit hun prestaties beïnvloedt.

Subthema
Stressgevoeligheid

Doelen

  • De leerlingen leren dat stressgevoelens je prestatie beïnvloeden.
  • De leerlingen komen erachter of zij onder stress beter of juist slechter presteren.

Duur
15 minuten

Werkvorm
In tweetallen

Benodigdheden
Per tweetal:

Voorbereiding
Let op: Om de koudwatertest bij kinderen te kunnen toepassen is het belangrijk om de watertemperatuur rond de 10°C te houden! Daarnaast mogen de leerlingen hun hand tijdens de proef absoluut niet langer dan twee minuten in het ijswater houden.

Leg voor ieder tweetal een sommenblad A en een sommenblad B klaar met de bedrukte kant naar
beneden. Op de achterkant staat A of B zodat duidelijk is welk blad wat is. Ook wordt de bak met
ijswater klaargezet. Naast de emmer wordt een handdoek gelegd.

Activiteit
Deze activiteit bestaat uit drie stappen. Voordat ze aan de proef kunnen beginnen, bespreekt het tweetal eerst wie proefpersoon is en wie proefleider. Daarna worden de rollen omgedraaid.

Stap 1: De proefleider houdt de stopwatch gereed. Als hij het teken geeft, mag de proefpersoon het sommenvel A omdraaien en in anderhalve minuut zo veel mogelijk sommen maken. De sommen moeten steeds in blokjes van vijf van boven naar onder gemaakt worden. Hij mag geen sommen overslaan. Na anderhalve minuut moet de proefpersoon stoppen en het blad weer omdraaien.

Stap 2: Nu krijgt de proefpersoon de opdracht zijn hand (waarmee hij niet schrijft!) in de emmer met ijswater te steken. De proefpersoon moet zijn hand zo lang mogelijk in het water houden. De leraar moet echter duidelijk aangeven dat de leerlingen hun hand te allen tijde uit het water mogen halen en hoe dan ook niet langer dan twee minuten in het water mogen houden. Dit wordt getimed door de proefleider. Nadat de proefpersoon zijn hand uit het water heeft gehaald en afgedroogd, moet hij opnieuw sommen maken. Bij het teken van de proefleider krijgt de proefpersoon opnieuw anderhalve minuut om de sommen op sommenblad B te maken. Na anderhalve minuut stopt hij weer en draait hij het blad om.

Stap 3: De proefpersoon kijkt de sommen na met behulp van de antwoordbladen. De proefleider mag niet meekijken, omdat hij zelf ook de sommen nog moet maken. Hierna wordt de proef herhaald, waarbij proefpersoon proefleider wordt en proefleider proefpersoon.

Afronding
De leerlingen vergelijken de resultaten van hun sommenbladen. Ze concluderen of ze beter of juist slechter presteren onder stress. Wat wil dit zeggen over hoe ze op stress reageren? In een klassengesprek kunnen eventueel alle resultaten worden vergeleken. De kans is groot dat waar de een na de test beter scoort, de ander het vóór de test beter doet. Wat betekent dit met betrekking tot stress? Is het iets goeds of iets slechts, of misschien toch allebei?

Verbinding met het thema
De ‘koudwatertest’ is een beproefde methode om stress op te roepen. We weten dat je hand in ijskoud water houden leidt tot een lichte verhoging van het stresshormoon cortisol en tot een verhoging van de hartslag en bloeddruk. Een redelijke hoeveelheid stress kan de prestatie verbeteren. Echter, als de stress te hoog is en we erg gespannen zijn, neemt de prestatie vaak af omdat we moeite hebben met nadenken tijdens of na een acute stressvolle situatie.

Tip
Zoals hierboven beschreven, is de koudwatertest een bekende methode om stressgevoelens op te roepen. Hoewel de stressgevoelens over het algemeen licht zullen zijn, is niet te voorspellen hoe leerlingen zullen reageren op het ijswater. Het is daarom belangrijk om als leraar alert te zijn op leerlingen die eventueel extremere stressgevoelens ervaren.

De leerlingen testen bij elkaar of, en zo ja hoe, hun hartslag verandert wanneer ze hun hand in een voeldoos moeten steken.

Subthema
Stressreacties

Doelen

  • De leerlingen leren dat de lichamelijke reactie op stress verschilt tussen mensen.
  • De leerlingen leren wat er gebeurt met hun hartslag als stress optreedt.

Duur
7 minuten

Werkvorm
In tweetallen

Benodigdheden
Per tweetal:

Activiteit
De leerlingen werken in tweetallen; een van de twee is proefpersoon en de ander is proefleider. De proefpersoon doet bij zichzelf de band van de hartslagmeter om. Samen meten de leerlingen wat de hartslag is van de proefpersoon in rust. De proefleider schrijft deze op het registratieblad. Daarna zegt de proefleider de proefpersoon zijn hand in de voeldoos te steken. Op het moment dat de proefpersoon zijn hand in de voeldoos steekt, wordt zijn hartslag weer afgelezen en genoteerd op het werkblad.

Let op:
Alleen de proefleider mag de opdracht lezen en hij legt aan de proefpersoon uit wat hij moet doen.

Afronding
De leerlingen bespreken hun resultaten: Wat gebeurde er met je hartslag toen je je hand in de voeldoos stak? Ging hij omhoog of bleef hij normaal? Voelde je dan ook stress? Vond je het inderdaad spannend om je hand in de doos te steken?

Verbinding met het thema
De leerlingen onderzoeken wat er met je hartslag gebeurt als je stress ervaart. De hersenstam, het oudste deel van de hersenen, bepaalt in iedere situatie hoe snel je hart klopt. Soms is het nodig dat je hart sneller klopt omdat je moet handelen (wanneer je schrikt), soms is het juist nodig dat je hart langzamer klopt omdat je moet ontspannen (wanneer je slaapt).

Wanneer je stress hebt, zal in de meeste gevallen je hartslag omhooggaan, omdat in de hersenstam bepaald wordt dat je gaat vechten of vluchten. In sommige gevallen zal de hartslag juist verlagen, omdat bepaald wordt dat je beter kan bevriezen. De leerlingen kunnen hun hartslagen vergelijken en bepalen of bij hun de vecht-of-vluchtreactie of de bevriesreactie de overhand had.

Tips

  • Het is heel belangrijk dat de proefpersonen niet weten wat precies gemeten gaat worden, anders kunnen ze op de situatie gaan inspelen.
  • Als meerdere groepjes tegelijkertijd deze activiteit uitvoeren, kan ook een grote voeldoos met meerdere gaten worden gemaakt.

De leerlingen meten hoe lang ze erover doen iets spannends aan te raken en ontdekken zo het verschil tussen een vecht- of bevriesreactie.

Subthema
Stressreacties

Doelen

  • De leerlingen leren dat de reactie op stress verschilt tussen mensen.
  • De leerlingen ontdekken hoe ze reageren op een handeling die stress oproept.

Duur
7 minuten

Werkvorm
In tweetallen

Benodigdheden
Per tweetal:

Voorbereiding
Voor aanvang van de activiteit wordt de tweede voeldoos volgens de opstelling neergezet; met tape wordt een afstand van ongeveer een meter tot de voeldoos gemarkeerd.

Activiteit
De leerlingen werken in tweetallen; een van de twee is proefpersoon en de ander is proefleider. De proefleider geeft de proefpersoon opdracht om achter de streep te gaan staan. Als de proefleider ja zegt, begint hij te timen. Op hetzelfde moment mag de proefpersoon zijn hand in de voeldoos steken. Op het moment dat de proefpersoon zijn hand in de voeldoos heeft gestoken, zet de proefleider de stopwatch stil. De tijd wordt genoteerd op het werkblad.

Let op:
Alleen de proefleider mag de opdracht lezen en hij legt aan de proefpersoon uit wat hij moet doen.

Afronding
De leerlingen bespreken hun resultaten: Hoe lang deed je erover om je hand in de voeldoos te steken? Is er veel verschil tussen de verschillende proefpersonen of liggen de tijden heel dicht bij elkaar? Voelden de leerlingen stress of viel dat wel mee?

Verbinding met het thema
Bij deze activiteit wordt onderzocht of er sprake is van bevriezen, vluchten of vechten. Leerlingen wordt gevraagd iets aan te raken wat mogelijk onaangenaam is. Zij kunnen als instinctieve reactie hebben dit te willen vermijden. Die automatische neiging moet gecontroleerd worden. Door te
meten hoe lang het duurt om de hand in de voeldoos te steken, krijgen de leerlingen een idee van hoe moeilijk het voor hen is om automatische neigingen te controleren en hoe goed ze dus om kunnen gaan met stress.

De leerlingen gaan onderzoeken of ze met behulp van een ademhalingsoefening hun hartslag sneller kunnen laten zakken.

Subthema
Stressvermindering

Doel
De leerlingen ervaren het effect van ademhalingstechnieken op stress.

Duur
15 minuten

Werkvorm
In tweetallen

Benodigdheden
Per tweetal:

Activiteit
Ook bij deze activiteit is er een proefpersoon en een proefleider. Na afloop van de proef worden de rollen omgedraaid en wordt de proef herhaald. De proefpersoon doet de hartslagmeter om en de proefleider meet de hartslag en houdt een stopwatch bij de hand. Eerst wordt de hartslag in rust gemeten en opgeschreven. Daarna dribbelt de proefpersoon zestig seconden hard op de plaats om zijn hartslag omhoog te brengen. De proefleider roept na zestig seconden stop. De proefleider meet hoe lang het duurt voordat de hartslag weer hetzelfde is als de hartslag in rust (dat mag vijf slagen per minuut (bpm) hoger zijn omdat het anders te lang kan duren) en schrijft dat op.

Dan dribbelt de proefpersoon nog een keer zestig seconden op de plaats, maar nu moet hij, als de proefleider stop zegt, een ademhalingsoefening doen tot zijn hartslag weer normaal is. De ademhalingsoefening gaat als volgt: adem steeds drie tellen in door je neus en vijf tellen uit door je mond. De proefleider schrijft weer op hoe lang het duurt voor de hartslag normaal is (plus 5bpm). Daarna worden de rollen omgedraaid en herhalen de leerlingen de hele proef.

Afronding
De leerlingen vergelijken de tijd die ze nodig hadden om hun hartslag te verlagen met en zonder ademhalingsoefening en concluderen of een ademhalingsoefening helpt om de hartslag te verlagen.

Verbinding met het thema
Een verhoogde hartslag is een belangrijke indicator van stress. Door een rustige ademhaling kunnen we onze hartslag verlagen en sneller weer tot rust brengen. Zo kunnen we uiteindelijk ook stressgevoelens verminderen. Eventueel kijkt de leraar met de leerlingen ook naar een filmpje over het effect van ademhalingsoefeningen op stress en een verhoogde hartslag.

Tip

  • Het kan handig zijn de ademhalingsoefening een paar keer met de leerlingen gedaan te hebben voor ze aan het proefje beginnen. Dit is om te voorkomen dat de leerlingen tijdens de activiteit afgeleid raken door een oefening die ze nog niet eerder hebben gedaan. Dit kan namelijk de resultaten van de hartslagmeting beïnvloeden.
  • Het is ook mogelijk de hartslag te meten zonder hartslagmeter. De proefleider meet dan de hartslag van de proefpersoon door op zijn pols of in zijn hals te voelen en de hartslag dertig seconden te tellen. Wanneer je dat vermenigvuldigt met twee heb je het aantal hartslagen per minuut. Omdat het beter is als iemand anders het bij je doet, voeren de leerlingen die meting in tweetallen uit. Verder wordt, om vergelijkbare resultaten te krijgen, de proef iets aangepast. In plaats van te meten hoe lang het duurt voor de hartslag na het dribbelen weer terug is naar normaal, wordt de hartslag steeds na een bepaalde periode gemeten, bijvoorbeeld na een minuut. Dus de leerlingen dribbelen op hun plaats en na een minuut wordt hun hartslag gemeten. Dan dribbelen ze weer op hun plaats en doen ze een minuut de ademhalingsoefening. Na die minuut wordt de hartslag opnieuw gemeten. Door de gemeten hartslagen met elkaar te vergelijken en te vergelijken met de hartslag in rust, kunnen we iets zeggen over hoe goed de ademhalingsoefening werkte.

De leerlingen onderzoeken de invloed die rustige en drukke muziek heeft op hun hartslag.

Subthema
Stressgevoeligheid, stressvermindering

Doelen
De leerlingen leren dat muziek invloed kan hebben op de mate waarin je stress ervaart.

Duur
15 minuten

Werkvorm
In tweetallen

Benodigdheden

Activiteit
In ieder tweetal is de ene leerling de proefpersoon, de andere de proefleider. De proefleider is verantwoordelijk voor het meten van de hartslag van de proefpersoon. De proefpersoon moet eerst een minuut stil zitten. Daarna meet de proefleider zijn hartslag door op zijn pols of in zijn nek de hartslag te voelen en die 30 seconden lang te tellen. De leraar geeft klassikaal de 30 seconden aan. Aan de hand hiervan kan de hartslag per minuut worden uitgerekend. Deze wordt genoteerd. Daarna laat de leraar de tweetallen klassikaal een minuut naar rustige muziek luisteren, waarna de proefleider opnieuw de hartslag van de proefpersoon meet. De hartslag wordt weer genoteerd. Dan laat de leraar de tweetallen klassikaal een minuut naar drukke muziek luisteren, waarna de proefleider de hartslag van de proefpersoon meet. Ook die wordt genoteerd. Indien beschikbaar kunnen ook hartslagmeters worden gebruikt.

Afronding
De verschillende hartslagen worden vergeleken. Veranderde de hartslag van de leerlingen nadat ze naar rustige en drukke muziek hadden geluisterd in vergelijking met hun hartslag in rust? En voelden ze zich tijdens de liedjes ook meer of minder gestrest? Wat zegt dit over het effect dat muziek heeft op stress?

Tip

  • Om alle leerlingen als proefpersoon te laten deelnemen aan de activiteit kan de hele activiteit herhaald worden, waarbij proefpersoon en proefleider van rol wisselen.
  • Voor een uitbreiding van de activiteit kunnen leerlingen zelf muziek uitzoeken waar ze gestrest of juist heel rustig van denken te worden. Vervolgens kunnen ze volgens de hierboven beschreven methode testen of dit klopt en of het bij andere leerlingen hetzelfde effect heeft.

Leerlingen oefenen met elkaar in het geven van een massage.

Subthema
Stressvermindering

Doelen

  • De leerlingen ervaren hoe een massage voelt en wat het met ze doet.
  • De leerlingen leren zich door middel van aanraking te ontspannen.
  • De leerlingen leren om actief te luisteren en grenzen te stellen.

Duur
25-40 minuten (afhankelijk van hoe vaak de activiteit herhaald wordt)

Werkvorm
De leraar leest klassikaal een verhaal voor, de leerlingen oefenen in tweetallen met masseren.

Benodigdheden

Activiteit
De leraar legt uit wat de activiteit inhoudt. De leraar stelt duidelijke regels op en legt uit dat de leerlingen hun eigen grenzen moeten aangeven tijdens de massageles; ze moeten aangeven wat ze wel en wat ze niet fijn vinden. Daarna leest de leraar het verhaal ‘Een dagje op de boot’ voor, terwijl de leerlingen de massageoefeningen uitvoeren. Een van de twee is masseur, de ander wordt gemasseerd. De leraar leest de massageoefeningen voor en doet ze voor in de lucht. Na afloop van het verhaal worden de rollen omgedraaid en leest de leraar het verhaal nog een keer voor.

Afronding
Evalueer met de leerlingen de les. Wat vonden zij van de massage? Wat voelden zij tijdens de massage? Werden zij er ontspannen van of juist niet? Wat vonden zij ervan om de massage te geven?

Verbinding met thema
Massage is een bekende techniek om (lichamelijke) stress of spanning weg te nemen. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar het effect van massage op stress, onder andere bij pasgeboren baby’s en bij kinderen met leukemie die chemotherapie moesten ondergaan. De onderzoeken toonden aan dat massage de aanmaak van het hormoon ‘oxytocine’ stimuleert. Oxytocine staat ook wel bekend als het ‘knuffelhormoon’ en veroorzaakt onder andere vermindering van stressgevoelens. Er is dus zeker reden om aan te nemen dat masseren stressverminderend kan werken. De onderzoeken die zijn gedaan, vonden alleen wel plaats onder heel specifieke omstandigheden. De kinderen werden meerdere keren per dag gemasseerd door iemand die daarvoor opgeleid was. Bovendien ging het om zogenaamde ‘diepe’ massage. De vraag is dus of massages zoals die zijn uitgevoerd door de leerlingen bij bovengenoemde activiteit hetzelfde effect hebben.

Tips

  • Het is belangrijk dat er een veilige sfeer heerst in de klas en dat iedere leerling het gevoel heeft dat hij zijn grenzen aan kan geven. Stel daarom duidelijke regels op en let goed op de naleving daarvan.
  • Moedig de gemasseerde leerlingen aan om aan degene die masseert te vertellen hoe de massage voelt: is het te hard, te zacht?

Leerlingen lezen grondig een tekst over stress.

Subthema
Stressreacties

Doelen

  • Leerlingen kunnen aangeven wat er allemaal belangrijk is in een tekst.
  • De leerlingen leren meer over stress, hoe stress zich voordoet en hoe daar onderzoek naar wordt gedaan.

Duur
30 minuten

Werkvorm
Individueel, klassikaal nabespreken

Benodigdheden

Activiteit
De leraar maakt een koppeling tussen het project ‘Stressreacties’ en het onderwerp van begrijpend lezen, namelijk tekstbegrip. Stress is een veelvoorkomend onderwerp, er wordt veel over geschreven. Hoe wordt erover geschreven? Kan je alles geloven wat je leest? Vervolgens gaan de leerlingen aan de slag met de tekst en het werkblad.

Afronding
De opdrachten worden met de leerlingen besproken.

Verbinding met het thema
De leerlingen passen vaardigheden die bij begrijpend lezen horen toe op een tekst die gaat over stress. De activiteit is een voorbeeld van hoe het thema ook in andere onderdelen van het onderwijs terug kan komen.

Tips

  • De online tekst kan gemakkelijk vervangen worden door een andere tekst over stress.
  • Extra kennis die uit de tekst is gehaald kan bijgeschreven worden op de ’dit weten we al’-muur. Vragen kunnen bijgeschreven worden op de vragenmuur.

Ga je aan de slag met een thema dan is het goed om de leidraad onderzoekend leren eerst te lezen. Aan de hand van de zeven stappen van onderzoekend leren laten we je zien hoe je een project in de klas kunt vormgeven. Daarnaast vind je in de leidraad ook hulpmiddelen die je helpen om de activiteiten uit te voeren in de klas.

Ontwikkeld door

Het project ‘Stress’ is ontwikkeld door een team waarin onderzoekers van de Radboud Universiteit samenwerken met basisscholen en het WKRU. Het projectteam ‘Stressreacties’ werkte samen in het schooljaar 2015-2016 en bestond uit de volgende mensen:

Onderzoekers Radboud Universiteit
Karin Roelofs, Floris Klumpers, Saskia Koch en Hannah Niermann.

Scholen
De Gazelle, Arnhem: Bart Lemans, Mathijs Zwanenburg, Esther van Dalen, Eileen Krechting en Paulien van Tongeren.
Dolfijnklassen Stromenland: Nicole Klaassen en Trudi Janssen.

Vanuit het Wetenschapsknooppunt hebben meegewerkt
Jan van Baren-Nawrocka, Lana Goossens & Sanne Dekker.

Ontdek ons nieuwste lesmateriaal

Verhalen uit de slavenregisters

Met behulp van dit lespakket gaan leerlingen uit groep 7 en 8 zelf op speurtocht…

Meer lezen

Herinneringen aan de honger

Tijdens deze twee lessen kruipen leerlingen van groep 7 en 8 in de huid van…

Meer lezen

Taalboekje
’Spelen met taal’

Ontdek hoe leuk taal kan zijn! Kinderen kunnen met dit taalboekje zelfstandig aan de slag…

Meer lezen

Nieuwsbrief

Samen met leraren en wetenschappers hebben we sinds 2009 een schat aan kennis verzameld die we graag met je delen. Je vindt ons lesmateriaal en alle verdiepende informatie over onderzoekend leren op deze website. Wil je weten wanneer er nieuw lesmateriaal beschikbaar komt? Of wanneer er activiteiten plaatsvinden waar je aan kunt deelnemen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!

Veelgestelde vragen

Hebben jullie ook kindercolleges over wetenschap?

Ja, bekijk hier al onze kindercolleges (~10 min) van topwetenschappers van de Radboud Universiteit. Je kunt uit een heleboel onderwerpen kiezen, variërend van kunstgeschiedenis tot het Higgsdeeltje. Ook kun je samen met je leerlingen videoportretten van wetenschappers bekijken. Daarin worden prijswinnende onderzoekers geïnterviewd door basisschoolleerlingen, waardoor zij hen persoonlijk leren kennen. Deze video’s zijn perfect om het stereotype beeld van wetenschappers te doorbreken en de afstand tot wetenschappers te verkleinen.

Hoe kan ik de kritische en onderzoekende houding van mijn leerlingen stimuleren?

Wil je leerlingen uitdagen om hun onderzoeksvaardigheden te ontwikkelen? Bekijk dan hier al onze informatie en hulpmiddelen voor leraren. In onze uitgebreide leidraad ontdek je welke stappen leerlingen doorlopen bij het opzetten van een eigen onderzoek. Ook laten we zien hoe je dit als leraar praktisch kunt begeleiden. We raden aan om altijd klein te beginnen en de nieuwsgierigheid van leerlingen centraal te stellen. Wil je je inhoudelijk verder verdiepen in onderzoekend leren? Duik dan vooral in onze rijke database van publicaties en hulpmiddelen! Deze helpen je om zowel inhoudelijk als praktisch goed voorbereid te zijn.

 

Is het lesmateriaal alleen online beschikbaar?

Al ons lesmateriaal is gratis online beschikbaar. Je kunt dit downloaden en zelf printen. Bekijk hier welke materialen ook fysiek te bestellen zijn, zolang de voorraad strekt.

Voor wie zijn de lesmaterialen?

De lesmaterialen zijn geschikt voor alle leerlingen in groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs. Ze kunnen ook ingezet worden bij plusklassen. In sommige thema’s zit wat meer uitdaging. Soms vermelden wij op het lesmateriaal dat het meer voor groep 6/7 of juist groep 7/8 geschikt is. Kijk het materiaal eerst goed door, dan kun je vaak zelf goed inschatten of het aansluit bij het niveau van je klas.

Hoe breng ik wetenschap de klas in?

Al onze lesmaterialen voor het basisonderwijs zijn op deze website te vinden. Bij elk thema is duidelijk uitgelegd hoe je het thema praktisch de klas in kunt brengen. Soms zijn het projecten die uit een aantal lessen bestaan. Deze projecten kun je heel goed gebruiken om leerlingen eigen onderzoek te laten doen. Voorbeelden van eigen onderzoek door leerlingen zijn in dat geval te vinden in het lesmateriaal. Heb je minder tijd beschikbaar? Kijk dan eens naar de lespakketten ‘Herinneringen aan de honger’, ‘Verhalen uit de slavenregisters’, of het boekje ‘Spelen met taal’. Deze lessen zijn in slechts een paar uur uit te voeren. Bovendien kosten ze jou als leraar heel weinig voorbereidingstijd.

 

Waarom is al jullie lesmateriaal gratis?

Het lesmateriaal van het Wetenschapsknooppunt is ontwikkeld met geld vanuit de Radboud Universiteit, het Radboudumc en diverse subsidieverstrekkers zoals NWO. Zij vinden het belangrijk om de nieuwsgierigheid en onderzoekende houding van kinderen al op jonge leeftijd te stimuleren. Door het lesmateriaal gratis aan te bieden, kan iedereen er gebruik van maken en wordt wetenschap iets van iedereen.